Voor het deeg: *2,5 dl melk *1 zakje gedroogde gist (= 2 theelepels of 12 gram) *50 gram suiker *500 gram bloem *een snufje zout *1/4 theelepel kardemompoeder *1 ei *150 gram boter
Voor de vulling: *50 gram boter *100 gram basterdsuiker *eetlepel kaneel
Voor de versiering: *1 ei *witte kandijsuikerkorreltjes
Verwarm de melk tot een handwarme temperatuur. Meng de gist met een eetlepel suiker en de warme melk. Laat het gist mengsel even staan. Meng bloem, zout, suiker en kardemom poeder. Klop het ei los. Laat de boter zacht worden in de magnetron of op de verwarming. Meng het gist mengsel door de bloem. Voeg het ei en de boter toe en kneed alles tot een glad deeg. Laat het deeg afgedekt en op een warme plek een uur rijzen tot het in volume verdubbeld is.
Roer voor de vulling de boter, suiker en kaneel goed door elkaar. Rol het deeg uit tot een lange rechthoek van ongeveer een centimeter dik. Bestrijk het deeg met de vulling. Rol in de lengte op en snij in 16 stukken. Laat ze onder een theedoek rusten tot ze in volume verdubbeld zijn. Bestrijk met ei en strooi er wat kandijkorrels over. Bak de "bullar: op bakpapier of in papieren vormpjes in zo'n 8 minuten- in een voorverwarmde oven op 220 graden celsius - goudbruin. Laat ze afkoelen onder een handdoek.
Mijn variatie (als je van krenten of rozijnen houdt) twee handvol rozijnen en/of krenten door het deeg, alvorens te laten rijzen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten